Skip to content

Stichting ZEHG

Groot Zuideveld 152

4271 CD Dussen

RSIN: 853225345

KvK: 58889914

Rekeningnummer: NL98RABO0138707030

Heb je vragen of wil je contact met ons? Stuur en berichtje via het contactformulier hiernaast.

LET OP!

Ben je journalist/redacteur en wil je in contact komen met ons? Stuur dan een email naar media@zehg.nl

    Hoe heet je? (verplicht)

    Je e-mail (verplicht)

    Onderwerp

    Je berichtje

    Ervaringsverhalen (3)

    Dit verhaal heb ik geschreven toen ik zwanger was van mijn prachtige dochter Mila, die op 8 mei 2008 geboren is:

    Ik ben bijna 37 weken zwanger en godzijdank is mijn overmatige braken overgegaan in de ‘normale ochtendmisselijkheid’ sinds een paar weken. Ik reageer nog steeds extreem op geuren, maar ik ben zo ongelooflijk blij dat ik de laatste maand nog een ‘beetje normaal’ zwanger kan zijn. Ik heb er een behoorlijke klap van gekregen, ben heel erg depressief geweest en wilde het allerliefst een abortus. Dit is vast ongelooflijk om te lezen, maar dit is wel een bewijs hoe vreselijk ziek ik ben geweest.

    Ik kan nu pas op sommige momenten blij zijn met het feit dat ik zwanger ben, tot nu toe heeft het mij alleen maar ellende bezorgd. Ik ben 8 maanden geleden gestopt met werken, zat dus al die tijd thuis. De eenzaamheid sloeg toe. Ik kon helemaal niks. Slapen lukte niet, want ik wist dat ik dan weer heel misselijk wakker zou worden.

    Onbekend
    Het meest erge vind ik dat er zo weinig over bekend is. Er was nergens een goede site waar je advies kunt krijgen, of lotgenoten kunt vinden. De enige site die ik kon vinden was een Engelse site, waar ik ook veel aan heb gehad. Ik heb me vreselijk eenzaam, ziek, depressief en ongelukkig gevoeld en ik denk dat niemand dit echt kan begrijpen, behalve de mensen die dit net als ik ook zo lang hebben moeten meemaken. Ik leg het meestal maar zo uit: Het is als een buikgriep of voedselvergiftiging. Je bent continu misselijk en geeft achter elkaar over. Ook al heb je niks meer in je maag (dan geef je gal over). En dit gaat de hele dag zo door, van begin tot eind. Bij mij heeft het dus ongeveer 7/8 maanden geduurd.

    Ik had af en toe het gevoel dat ik op mijn kop moest staan om aan mensen te laten zien dat ik echt niet meer kon, het liefst wilde ik opgenomen worden. Ik kon niemand verdragen om mij heen, mijn partner en ik zijn apart gaan slapen, we hebben een huishoudhulp ingeschakeld omdat ik niks meer kon doen. Echt, ik stel me absoluut niet aan. Deze zwangerschap doe ik niet graag een keer over. Dit NOOIT meer!!!

    Niets te doen
    En er is niks, helemaal niks tegen te doen. Ik zou zo graag willen dat er wat meer bekendheid over kwam, zodat de vrouwen die dit moeten ondergaan op de een of andere manier erkenning krijgen. Met medicijnen is het niet op te lossen, maar psychische ondersteuning door middel van een forum of site of boeken of weet ik wat is een absolute vereiste. Ook onderzoeken wat betreft hyperemesis gravidarum, daar zou ik graag aan mee willen doen. Alleen al om alle vrouwen die dit nog een keer moeten meemaken te kunnen helpen…

    Dames die dit nu ondergaan, ik denk aan jullie en ik weet wat jullie meemaken. Ik kan niet anders dan jullie heel veel sterkte wensen. Het enige wat ik jullie kan meegeven, is dat je er sterker uit komt. En dat je de rest van de klachten behoorlijk kunt relativeren (maagzuur, rugpijn,krampen, slapeloosheid, pfff, als dat alles is?!?).

    Hyperemesis gravidarum, de 2 zwartste hoofdstukken van mijn leven

    Een groot gezin?
    Als kind al had ik een verlangen naar een groot gezin, ik zag dat al voor me: ik en een man met een stuk of 6 kinderen aan een grote keukentafel! Als kind ben ik zonder broertjes of zusjes opgegroeid en dit heb ik nooit leuk gevonden, ik idealiseerde zo het hebben van een groot gezin en hier verlangde ik naar. Vaak heb ik om een broertje of zusje gevraagd maar helaas nooit gekregen en dat mis ik tot op de dag van vandaag nog.

    Nadat we in 2001 zijn getrouwd, wilde mijn partner en ik het liefst zo snel mogelijk onze kinderwens in vervulling zien gaan. Na ongeveer een jaar konden we onze ogen niet geloven toen een test ons vertelde dat ik zwanger was. We wilden het wel van de daken schreeuwen maar uit voorzichtigheid vertelde we het alleen aan mijn ouders.

    Misselijk!
    Al snel voelde ik me doodmoe maar ik walste hier mooi overheen en ging gewoon door met mijn leven totdat ik enorm misselijk werd, dit was niet te negeren!!! Na een aantal dagen van wel 50-70 keer braken ging ik naar de huisarts en werd ik doorverwezen naar het ziekenhuis. Daar werd ik opgenomen en aan het infuus gelegd. In eerste instantie vond ik dit prima, ik werd geholpen! Ik rustte uit in dat bed en na een paar dagen mocht ik naar huis.

    Helaas ging het heel snel weer mis en na 2 dagen lag ik weer in het ziekenhuis aan het infuus. Ik begon me zorgen te maken over hoe lang dit zou gaan duren en hoe ik dit moest dragen. Na een week bijtanken mocht ik weer naar huis, ik was zo blij! Maar een kleine week later meldde ik me opnieuw in het ziekenhuis, daar werden nu toch vraagtekens gezet bij mijn misselijkheid: was het geen roep om aandacht? Was mijn relatie wel goed? Had ik geen eetstoornis? Was dit kindje eigenlijk wel gewenst???? Wat deed me dit pijn! Ik kon me niet verweren, ik was veranderd in een andere persoon. Ik was labiel, huilde en schreeuwde veel, ik herkende mezelf niet meer. In het ziekenhuis werd het nu als psychisch afgedaan en ik kreeg gesprekken met een psychologe, dit was fijn omdat ik hierin kon ventileren over hoe het verplegend personeel mij behandelde. Dit was mishandelen! Ik ben in mijn leven nog nooit zo mensonterend behandeld als toen en ik vertel je, ik zal me dit ook nooit meer laten gebeuren. Maar toen dachten we dat ze het wel zouden weten, wij hadden nog nooit gehoord van hyperemesis gravidarum…. Zij waren de specialisten, niet waar? Ik mocht geen tv, geen telefoon, geen visite… de gordijnen moesten dicht blijven en ik moest mijn eigen spuugbakjes maar opruimen… een hel!!!

    Ik was totaal in paniek en radeloos en niemand nam me serieus, wat moest ik doen? Zo af en toe kwam mijn moeder om me te helpen onder de douche, want dat deden de verpleegkundigen niet, zij meenden dat ik dat best zelf kon. Ze zeiden tegen mijn moeder dat ik me aanstelde en dat ik mijn lipstick moest opdoen en eens moest gaan shoppen! Ik kon amper op mijn benen staan! Totdat plotseling iedereen in rep en roer was want mijn bloedwaarden kelderde naar een dieptepunt, mijn ontlasting was wit en het was zo wat kantje boord! Alles werd uit de kast getrokken en ik kreeg diverse onderzoeken, uiteindelijk een neussonde met voeding. En ook namen de verpleegsters me iets meer serieus, ik was meer dood dan levend!

    Een ander ziekenhuis
    Maar bij mij was iets geknapt, als ze maar lang genoeg tegen je zeggen dat het psychisch is, ga je daar zelf in geloven. Ik dacht echt dat ik totaal gek was. Een vriend van ons zag dat het zo niet langer kon en zei dat we van ziekenhuis moesten veranderen, hij opende onze ogen. Ik snap nog steeds niet waarom we dit zelf niet hebben gezien. Ik denk dat dat uit wanhoop is, je klampt je vast aan de deskundige waarvan je denkt dat hij je helpt. Achteraf gezien heel dom dat we zo lang bij dit ziekenhuis zijn gebleven. We zijn overgestapt en wat was dat een verademing! Ik werd weer als mens gezien en ook zo behandeld… toen ik de eerste keer daar binnen kwam zei er direct iemand dat dit wel eens tot het einde zou kunnen duren; het klinkt raar maar dat was zo fijn om te horen. In het andere ziekenhuis zeiden ze telkens dat het na 10 weken weg moest zijn, toen na 12 weken, 14 weken en na 16 weken dat hadden ze nog nooit meegemaakt.

    Mijn eigenwaarde was nul, ik had totaal geen zelfvertrouwen meer en dacht dat ik gek was. Maar hier waren verpleegsters die wel de tijd namen om even echt naar me te luisteren en zelfs een hand op mijn schouder legde als ik weer eens uit wanhoop alles bij elkaar schreeuwde. Ook de gynaecologen waren begripvoller en dat voelde goed. Ik was heel angstig en kreeg ook hier gesprekken met een psycholoog. Ik had geen vertrouwen meer in mijn lichaam omdat ik steeds na het ontslag, thuis weer terug viel en weer in het ziekenhuis belandde. Het was echt een golfbeweging. Tot 24 weken ben ik in en uit het ziekenhuis gegaan, kreeg medicatie, infuus enz… ik heb diverse malen een abortus overwogen maar gelukkig steeds toch ergens de kracht vandaan gehaald om door te gaan.

    Mijn man en ouders stonden aan de zijlijn, machteloos keken ze toe… ze konden me niet helpen alleen maar hopen. Voor hen was dit ook een hel! Na 24 weken heb ik mijn zwangerschap thuis kunnen uitliggen en -zitten, er is geen dag geweest dat ik niet heb gebraakt, maar ik heb het gered! Het ergste is ook het onbegrip van de omgeving, misselijkheid hoort er toch bij? Neem een beschuitje… Als je geen hg gehad hebt, kun je je gewoonweg niet indenken dat een mens zo misselijk kan zijn!

    Ik was heel bang dat ik voor altijd ziek zou blijven, maar na de bevalling was de misselijkheid direct verdwenen. Ongelofelijk, wat waren we blij, alle ellende was voorbij en het leven kon weer beginnen. Wat genoten we van ons zoontje , het was heerlijk om weer alles op te pakken. Het herstel ging voorspoedig en ik riep dat ik nooit meer zwanger wou worden , nooit meer!!!

    Nog een kindje?
    Maar na een tijdje begon ik te twijfelen, ik wou eigenlijk helemaal geen gezin met 1 kind… ik wou er meer maar hoe? We schreven ons in voor adoptie, dat zou toch lang gaan duren dus we deden dat eigenlijk vrij snel. Na een jaar kregen we bericht over de eerste bijeenkomst en zijn mijn man en ik om de tafel gaan zitten. Was dit wat we wilden? Kunnen we dit wel betalen? Adoptie is belachelijk duur en ik kon het wel zelf… we kozen ervoor om toch niet verder te gaan voor een adoptiekindje en later maar verder te kijken wat we zouden doen.

    De tijd verstreek en iedere verjaardag van onze zoon had ik verdriet. Elk jaar huilde ik bij het zingen van lang zal hij leven. Ik wou zo graag nog een kindje, ik kon dit gevoel niet wegstoppen want het kwam steeds terug! Mijn man had zich bij 1 kindje kunnen neerleggen en was tevreden zo maar vond eigenlijk 2 kinderen ook fijner. Hij heeft de beslissing bij mij neergelegd, als ik nooit meer zwanger zou willen zijn had hij daar alle begrip voor en was het goed maar na veel twijfel en angst kozen we toch om er nog een keer voor te gaan. We wisten dat ik 99 procent kans had op herhaling en bereidde ons goed voor door vooraf allerlei zaken goed te regelen.

    Toen onze zoon 4 jaar was gingen we er voor, na anderhalf jaar (vlak voor vruchtbaarheidsonderzoeken) was het raak!Wat waren we blij, maar ook heel erg bang. We vertelden het direct aan iedereen want ik wilde dit graag zelf doen dit keer. De eerste keer dat ik moest braken ontstond er totale paniek, ik wist weer precies hoe het was… dit had ik eigenlijk heel ver weg geduwd en verdrongen. Nog sneller dan de eerste keer werd ik ziek. In week 5 was de eerste ziekenhuisopname een feit, er was geen weg terug.

    Weer zwanger
    Ik had me al die jaren verdiept in hg en wist er in vergelijking met de eerste keer heel veel van. Ik had contact met lotgenoten, terwijl ik toen dacht dat ik alleen was. Vooraf hebben we met de gynaecologe afspraken gemaakt over het gebruik van zofran of prednison als het echt niet meer zou gaan. Ik ging er vanuit dat dit dan ook goed zou verlopen. Eerst zouden we de lichtere middelen proberen en als die niet werkten zouden we uitwijken naar zofran, zo spraken we af. De gynaecologen waren bang voor de effecten op de vrucht en wachtten zo lang mogelijk af. Ik was weer in de hel beland en al snel was ik doodop, ik kon niet meer! Na lang aandringen en praten kreeg ik met 8 weken een lage dosis zofran voorgeschreven. Dit hielp, maar niet lang genoeg. Dit werd opgebouwd totdat ik in week 13 4x4mg kreeg en dit zorgde ervoor dat ik niet zo veel meer hoefde te braken. Zo droogde ik niet uit en dus de ellende thuis kon uitliggen en -zitten.

    Ik ben tijdens deze zwangerschap 4 keer opgenomen geweest, gelukkig minder dan de vorige keer. Het moeilijkste vond ik deze keer het loslaten van mijn zoontje, ik kon hem niet om me heen verdragen. Dat gewiebel, dat geluid, ik kon het niet! Het deed me verdriet, enorm veel verdriet als ik afscheid van hem moest nemen als ik in het ziekenhuis lag. Dat ik niet zelf voor hem kon zorgen, maar dat moest overlaten aan mijn man en ouders. Totaal afhankelijk van anderen was ik, terwijl ik normaal alle touwtjes het liefst zelf in handen houd. De zofran bleek geen wondermiddel, zoals ik had gehoopt. Het haalt de scherpe kantjes er van af maar je blijft constant misselijk, een paar weken is het redelijk gegaan. Ik kon uit bed maar echt iets leuks doen was toch moeilijk.

    Een paar keer ben ik wel met mijn man of vriendinnen een terrasje gaan pikken of babyspulletjes gaan kopen maar daarna was ik doodop en moest ik weer een hele poos plat. Ook tijdens deze zwangerschap heb ik abortus overwogen maar ik wist dat dan definitief betekende dat het bij 1 kind bleef, dus ik hield met de nodige steun vol. Het was een loodzware tijd voor mij en mijn gezin, achteraf kan ik zeggen dat mijn zoon het heel goed heeft gedaan. Mijn man heeft hem prima opgevangen samen met mijn ouders. Hij heeft er naar mijn idee niet onder geleden en daar ben ik blij om. We zijn nu bezig om de periodes met hg af te sluiten, dat is niet gemakkelijk. Het is niet niks als je 2 keer ongeveer 9 maanden van je leven niks meer kunt en vaak het gevoel hebt dat je dood gaat. De emotionele verwerking heeft tijd nodig, het moet weer een plekje krijgen. Ons gezin is compleet, meer kinderen zullen er niet komen…. Ik ben blij dat ik 2 mooie zonen heb!

    Sterk!
    Vrouwen die het gevecht met hg aangaan zijn sterke vrouwen ze moeten knokken voor hun kind. Voor sommigen is een zwangerschap een roze wolk, voor hg-ers een zwarte hel! Gelukkig komt er een eind aan en kun je trots zijn op de prestatie die je hebt geleverd, de olympische spelen zijn er niks bij! Ik ben degene die me gesteund en geholpen hebben enorm dankbaar en zal nooit vergeten wat ze voor me hebben gedaan. Alleen had ik deze strijd verloren. Ik heb geleerd dat ik sterker ben dan ik ooit had kunnen bedenken en dat maakt me enorm trots!

    Op 25 maart 2011 werd ik door mijn lieve vriend, op mijn verjaardag, ten huwelijk gevraagd. We besloten om nog dat jaar op 1 september te trouwen. Dit vooral omdat ik toen net zwanger was, 4 weekjes pas. Helaas ging het mis, ik was bijna 7 weken zwanger toen ik een miskraam kreeg, ons verdriet hierom was groot.
    Toch was het geluk met ons want een maandje later was daar weer een positieve test!

    Zwangere bruiloft?
    We besloten het voor ons te houden en het op onze bruiloft (ik zou dan ruim 9 weken zwanger zijn) leuk aan iedereen te vertellen. Ons plan verliep echter anders.. Al na 5,5 week werd ik ziek.. 10 tot 20 keer per dag moest ik overgeven, eten en drinken kon ik niet. Af en toe een droog crackertje, kleine hapjes dat was alles. Uiteindelijk was ik net 7 weken zwanger toen de huisarts me naar het ziekenhuis stuurde, ik was zwaar uitgedroogd en moest aan het infuus. Ondertussen was ik ook al 15 kilo afgevallen.

    Niet te prikken
    In het ziekenhuis aangekomen kwamen we op het volgende probleem, ze konden geen infuus bij me prikken omdat mijn aders te diep in mijn huid lagen door de uitdroging.
    Ik werd met bed en al naar de recovery gebracht, daar ging de anesthesist het proberen. Gelukkig lukte dat na een aantal keren in mijn elleboog, geen fijne plek maar goed.
    Eenmaal op mijn kamer aangekomen (ik lag alleen) voelde ik me erg eenzaam en bang.
    Ik wilde niets liever dan thuis bij mijn vriend zijn, onze bruiloft was al over 2 weken!!
    Iedereen wist ondertussen dat ik zwanger was en daarom in het ziekenhuis lag, de zorgen over mij en ons kindje waren erg groot.

    Naar huis
    Na 5 dagen mocht ik naar huis op voorwaarde dat ik het extreem rustig aan zou doen en zo min mogelijk prikkels zou krijgen, ik was dolblij, voelde me nog steeds erg misselijk en moest nog steeds vaak overgeven maar ik was eindelijk weg uit het ziekenhuis!
    Thuis bleef het overgeven heftig, ik zat op het randje om weer opgenomen te worden maar ik wilde kosten wat kost trouwen met mijn vriend! Alles op alles heb ik gezet om wat binnen te houden, slokje water, karnemelk, vla, crackers, geroosterd brood, van alles geprobeerd. Uiteindelijk ben ik op een paar slokjes water getrouwd!

    Trouwdag
    We hebben onze trouwdag wat ingekort (foto’s maken wat korter en het feest een uur eerder gestopt) maar ik ben er de hele dag bij geweest en heb ontzettend genoten van alles en iedereen! Bij thuiskomst was het raak, overgeven..

    Weer naar het ziekenhuis
    4 dagen na onze bruiloft werd ik voor de 2e keer opgenomen, ditmaal voor 8 dagen.
    Wederom voelde ik me vreselijk, we zouden nu juist op huwelijksreis moeten zijn, deze hebben we moeten annuleren. De dagen in het ziekenhuis vond ik vreselijk, ik miste mijn man, familie en vrienden heel erg. Ik wist dat mijn ouders altijd vroeg op zijn in de ochtend, dus belde ik hun altijd al s’ochtends vroeg (half7). Daarna belde ik mijn man, en daarna mijn zus. Zo had ik mijn verhaal weer even kunnen doen en was er toch weer een half uur voorbij. Later op de dag herhaalde ik dat ritueel, was de hele dag bezig met wie kan ik even bellen. De behoefte aan mijn familie en vrienden was zo groot, ik huilde bijna contant, miste m’n huis, mijn vertrouwde omgeving en mijn man zo erg.

    Toen ik eindelijk weer naar huis mocht was ik blij, maar na enkele dagen kon ik weer niets binnen houden, nog een ziekenhuisopname was nodig. Ook dit keer 8 dagen lang. Het gemis van thuis was nog groter! Voelde me vreselijk alleen op de wereld en de dagen leken wel weken te duren.

    Sondevoeding?
    Na een paar dagen kwam er een diëtiste aan m’n bed, ze wilde het hebben over sondevoeding.. NO WAY!! Was mijn reactie.
    Toen ik weer naar huis mocht was ik vastbesloten nooit meer in het ziekenhuis te blijven.. Alleen nog voor de bevalling.

    Helaas was dat me niet gegund want een week later werd ik weer opgenomen, ik was toen bijna 15 weken zwanger. Dit keer werd me verteld dat sondevoeding de enige optie nog was, ik was te veel afgevallen en verzwakt om zelf nog aan te sterken. Ik vroeg of mijn man er wel bij mocht zijn tijdens het plaatsen en dat mocht gelukkig.
    Ik was doodsbang.. Het plaatsen van de sonde vond ik verschrikkelijk. De kokhalsreflex wordt gestimuleerd tijdens het plaatsen. Niet zo handig als je sowieso al tig keer per dag overgeeft.

    Na een week mocht ik met sondevoeding naar huis. We kregen uitleg hoe we het bij moesten houden en alle spullen werden thuis geleverd. Eenmaal thuis bleek dat de sonde die ik gekregen had maar 1 week mocht. Er moest dus weer een nieuwe geplaatst worden.. Weer dat vreselijke gevoel.
    Met de sondevoeding ging het langzaam wat ‘beter’ met me. Ik voelde me nog steeds ellendig, moest nog steeds vaak overgeven maar ik was thuis! Droogde niet meer uit!

    Er doorheen
    Na een tijdje werd het braken weer heftiger, het leek alsof mijn lijf er niet meer tegen kon, ik was uitgeput. Hierdoor bleef mijn lijf het braken volhouden tot alles eruit was, niet alleen de sondevoeding ook de sonde zelf. Ik kon ook niet ‘zomaar’ overgeven, ik huilde, raakte in paniek en wilde alleen nog dat het zou stoppen, desnoods de zwangerschap maar afbreken. Met dit verhaal zijn we naar de huisarts gegaan, deze stuurde me naar een psycholoog. Na een paar gesprekken wist ik al, dit is niets voor mij, ik ben niet gek! Ik ben ziek en kan daar niets aan doen. Ik stopte hier dan ook snel weer mee, de energie die het me kosten om in de auto te zitten en vervolgens een half uur in een stoel rechtop te moeten zitten was het niet waard.

    Nierstuwing
    Ik was daarna alleen nog maar misselijker en gaf nog vaker over. Met 22 weken zwangerschap kreeg ik pijn, veel pijn. Eerst werd gedacht dat de bevalling begonnen was, goddank was dat niet zo, ik bleek een stuwing in mijn nier te hebben, man wat deed dat pijn! En weer werd ik opgenomen in het ziekenhuis, er ging een heel arsenaal aan medicijnen m’n lijf in, pas na 5 dagen begon dit wat te werken en na 7 dagen mocht ik weer naar huis.

    Ondertussen kwam de sonde er bijna dagelijks door het overgeven uit, iedere keer moest ik dan naar het ziekenhuis om weer een nieuwe te laten plaatsen. Ik had totaal geen energie meer, zag mijn zwangerschap als een hel. Mijn man en mijn moeder hebben me moeten verzorgen, iedere dag weer, ik kon en deed niets meer zelf, kon geen minuut alleen zijn want dan raakte ik in paniek. Iedereen om me heen deed z’n uiterste best voor me, er werd geschoven met werk, vrij gevraagd, alles zodat er maar iemand bij mij was.
    Uiteindelijk kwam mijn moeder me iedere ochtend ophalen als m’n man was gaan werken, ze nam me dan mee naar haar huis, zodat ik daar niet alleen was. M’n man kwam dan na zijn werk ook daarheen, hij mocht daar mee eten en nam mij na het eten weer terug mee naar huis. Zo ging het dag in, dag uit, het werd maar niet mínder.

    Inleiden
    Tot we het uiteindelijk helemaal beu waren, dit kon toch niet de bedoeling zijn?
    We hebben een gesprek met de gynaecoloog gehad en na veel praten (en onze poot stijf houden) werd er een datum geprikt om de bevalling in te lijden. Dit gebeurde toen ik 38 weken en 1 dag zwanger was. Ons zoontje werd geboren met 38 weken en 2 dagen, ik heb het zelf gedaan, was apetrots en heb nooit meer hoeven overgeven!

    We zijn echt door een hel gegaan, ik kan niet anders zeggen. Zelfs nu ik mijn verhaal terug lees bedenk ik me nog meer dingen die gebeurd zijn maar die ik niet beschreven heb.

    Ons zoontje is nu 16 maanden en ik ben 5 weken zwanger van zijn broertje of zusje.
    Vanochtend voelde ik me voor het eerst weer wat misselijk maar heb dat gelukkig kunnen weg eten met een eierkoek. Ik ben bang voor wat er nog komen gaat deze zwangerschap maar ik probeer me zoveel mogelijk op ons zoontje te richten…
    Hoe heftig het ook was en hoe cliché het ook klinkt..
    Je eigen, kleine baby op je buik krijgen en vast houden maakt het echt waard!!

    Sterkte voor iedereen die dit ook mee maakt.. Verder heb ik weinig tips, volg je gevoel en laat je niet gek maken. HG is een ziekte, het zit niet tussen je oren!!

    Met 5 weken wist ik dat ik zwanger was. De ontdekking dat ik vermoedelijk HG had kwam met 6 weken. Met 7 weken zat ik trillend op mijn benen en uitgeput bij de verloskundige.  Samen met mijn vriend, die, geheel tegen mijn gewoonte in, het woord deed.

    Uit de achterbak
    Deze verloskundige had maar heel even nodig om mij in te schatten en te begrijpen wat er aan de hand was.  “Kom”, zei hij. Hij nam ons mee naar buiten en op de parkeerplaats deed hij de achterbak van zijn auto open en haalde daar 3 doosjes Emesafene uit. “Net ingeleverd door een patiënt, neem maar mee”.

    Mijn drugsdealer, mijn held! Gierend van de lach en gelijktijdig huilend zijn we naar huis gereden: vanwege het feit dat ik dope uit een achterbak gekregen had, maar ook van opluchting. Ik ben namelijk ondernemer. Ik had wel een klein beetje spaargeld, maar niet voldoende voor 9 maanden plus zwangerschapsverlof. Ik moest eenvoudigweg werken.

    Die avond hebben we een plan gemaakt. De doelstelling was uit het ziekenhuis blijven en zo lang mogelijk blijven werken. We wisten waarmee we te maken hadden en hoe ernstig het zou kunnen zijn: Mijn moeder had meermalen tijdens de 4 zwangerschappen in het ziekenhuis gelegen, mijn zusje had HG, HelpHER bood een schaar aan informatie en mijn vriend was verpleegkundige.

    Elke 5 minuten een hapje
    De verloskundig gaf me een tip waar ik veel aan gehad heb. Hij zei “Zet een sinaasappel neer en neem elke 5 minuten een theelepeltje sap, en blijf dat doen”. Nu was sinaasappelsap iets waar ik de geur niet eens van kon verdragen, maar de gedachte van voortdurend een theelepeltje was in mijn hoofd gepland.

    We vertaalden dat in: Muizenhapjes, en wanneer van alles wat ik opeet, 10% blijft hangen, dan redden we het vast!

    Vanaf dat moment kwam ik in een militair regime terecht. Elke dag zorgde mijn vriend dat de (koel)kast vol was: gekookte aardappels, witte rijst, meerdere soorten groente. Vla, yoghurt. Wit brood, bruin brood, beschuit. Stukjes meloen en stukjes appel. Alles kant en klaar en in hapklare brokjes. En ik hapte. De hele dag door. Tegen wil en dank. Tot absolute, diepgaande weerzin aan toe.

    10%… 10%…. 10%…..

    The show must go on
    Ik had in die tijd een ad interim opdracht voor 3 dagen per week, 5 maanden lang, als manager van ongeveer 80 man. 1,5 uur in de trein en dan nog 15 minuten lopen om daar te komen.  Een organisatie waar ze me er direct uit zouden knikkeren als ik als zwak gezien werd. Mondje dicht dus. Geen probleem, want ik ben van het type dat met een gebroken been nog door blijf lopen. Dat ik vaak naar de wc ging en dan de lange route nam die niet langs de koffieautomaten kwam viel niet op. Dat ik nooit mee lunchte lag aan een drukke agenda. Dat ik bevriend was met elke lantarenpaal tijdens het loopje van het station, wist niemand. Dat er zakjes met spuug in mijn prullenbak lagen was niet zichtbaar. The show must go on.

    Bikkelen… bikkelen… en eenzaam….

    We hielden bij wat ik at op een schema op de koelkast. Hoe veel. Wanneer. Welke voedingsstoffen er in zaten. En of het eten even binnen was gebleven of er direct was uitgekomen. Overgeven op een lege maag telde niet mee: ik verloor er immers geen voedingsstoffen door.

    Schema’s… voedingsstoffen… ik moet MOET hapjes nemen

    Ik kon nauwelijks drinken, maar ontdekte dat ik als ik sliep wel water binnenhield. Dus voor het slapen drinken en een paar uur later maakte mijn vriend me wakker en dronk ik weer.  ‘S morgens afvinken: target gehaald of niet?

    We ontdekten dat adrenaline hielp om eten binnen te houden. Dus voor een spannende meeting at ik een heel(!) broodje op. Ik zocht de bewust adrenaline op en plande dingen die ik spannend vond door de hele week heen. We ontdekten dat een inspannende dag standaard gevolgd werd door een slechte dag. Extra muizenhapjes op de inspannende dag dus.

    Goeie en slechte dagen
    We ontdekten dat er goede dagen en slechte dagen waren. De goede dagen nam ik meer muizenhapjes uit het bakje witte rijst. En de slechte dagen zat ik huilend naast de wcpot, of lag in bed. De wcpot die met azijn was schoongemaakt, want de geur van zeep betekende dat ik de wc voorlopig niet meer uitkwam.

    De geur van eten triggerde uiteraard overgeven, dus mijn vriend kookte wanneer ik niet thuis was en at zijn eigen eten zelf veelal buiten op. Tandenpoetsen triggerde overgeven, dus poetste ik minder en zonder tandpasta. Douchen was garantie op overgeven, dus waste ik me met een washandje. Middagslaapjes gaven een slechte middag, dus 9 maanden lange geen middagslaapjes. Bukken betekende overgeven, dus ik droeg alleen instapschoenen.

    Vermijden van triggers… vermijden… vermijden…

    Botte humor
    We zorgden voor positieve dingen. Echoprints hingen aan de muur. Een paar foto’s van mijn prachtige (slanke!) lijf. Een professionele doppler. En heel veel humor. Geen grapje was te bot of te hard om om de idiotie te lachen. Ik voelde me hierdoor veilig en begrepen door mijn (HG) familie en mijn vriend. Daarbuiten wist eigenlijk niemand wat er echt aan de hand was. Druk druk druk en ja, wel misselijk. Maar dagen in bed, niet meer douchen en een militair regime wist alleen mijn directe familie.

    Inmiddels was duidelijk dat eigenlijk alles eruit kwam. Geen dag, bijna geen uur zonder overgeven. Tot gal en bloedens aan toe. 10, 20, 50 keer. Het hele medische circus was in volle gang: bijna wekelijks langs de gynaecoloog en inmiddels aangepaste medicatie. Bloedtesten, urinetesten, echo’s.

    De hele dag door hapjes er in er in lukte me op wilskracht wel. Overgeven was een vast gegeven geworden, vergelijkbaar met ademen  Het begon allemaal om tijd te draaien:  de tijd tussen muizenhapjes eten en overgeven zo lang mogelijk te rekken, zodat de kans op 10% opname door mijn lichaam toenam.

    30 seconden… 5 minuten…. 10 minuten…. 10 minuten!!

    Het eerste trimester was leren, oefenen en ontdekken. Het tweede trimester was ronduit een hel. En het derde trimester was even erg als het tweede, maar toen wisten we dat ik het ging redden: geen ziekenhuisopname, en geen financiële problemen. En wat scheelde was dat ik alle schaamte voorbij was. Ik had op elke denkbare plaats overgegeven. Naast passagiers in de trein. Op straat. Door de hele auto. In mijn eigen handen als kommetje. Het kon me niks meer schelen.

    Geboren
    De laatste 4 maanden werkte ik thuis. Op minder dan halve kracht, en opeens kondigde mijn zoon zich aan. 4 weken te vroeg. Kotsend op weg naar de OK, kotsend tijdens de keizersnede. En opeens was daar een heel – te – klein mannetje. Dat helaas heel erg ziek was. Mijn zorgen waren ineens zo onbeduidend, zo klein, zo nietszeggend wanneer ik hem dapper zijn zuurstof zag ademen en de monitor echt te weinig zuurstof aangaf. Hij redde het. Maar gevolgd door 18 maanden reflux en projectielbraken. Het was alsof ik mijn ziekte had doorgegeven aan hem.

    En wat voelde ik me schuldig. Nog steeds. Door tijdige informatie, door mijn verpleegkundige vriend, door goede medische ondersteuning, door een uit nood geboren doelstelling en door maandenlang snoei- en snoeihard voor mezelf te zijn ben ik uit het ziekenhuis gebleven. Maar heeft het niet te veel gekost? Een ziek ventje? Projectielbraken? Eenzaamheid en verdriet? Na 4 jaar nog steeds moe? 3 kiezen?

    Het zijn vragen waar ik maar niet al te lang bij stilsta. Ik voel me een gezegend mens met mijn kleine dappere mannetje. De eerste en tevens de laatste. Want deze weg willen we niet nogmaals bewandelen.

    I am text block. Click edit button to change this text. Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.

    In 2004 hakten mijn vriendin en ik de knoop door. We wilden allebei graag kinderen en nu was het moment dat we ons daar daadwerkelijk klaar voor voelden, aangebroken. Na een zorgvuldige zoektocht naar een geschikte donor konden we een jaar later eindelijk beginnen, ik zou de kleine dragen. Vol goede moed startten we onze eerste pogingen in 2005. Een lange tijd van mijn cyclus bijhouden, temperaturen, ovulatietesten en ritjes tussen de woning van de donor en ons huis gingen voorbij. Na 18 pogingen was het 28 augustus 2007 eindelijk raak. Dolgelukkig waren we!

    Misselijk
    Op maandag 3 september 2007 voelde ik de eerste golven van misselijkheid. Vervelend, maar geen ramp, want ik was immers zwanger en dit hoorde er bij dacht ik toen nog. Maar al snel kwam daar verandering in. Op woensdag 5 september ben ik halverwege mijn werkdag naar huis gegaan. Ik voelde me kotsmisselijk en slap en kon mezelf niet door de werkdag heen slepen. Thuis ben ik in bed gaan liggen om er voorlopig niet meer uit te komen.

    Die dag begon ook het overgeven. Binnen één dag kreeg ik het niet meer voor elkaar om nog iets van eten of drinken binnen te houden. Zodra ik het doorslikte, kwam het er in omgekeerde volgorde weer uit. Mijn vriendin deed haar best om me toch kleine hapjes te laten eten of me in ieder geval wat water te laten drinken. In drieënhalve dag was ik van een fysiek sterke vrouw verworden tot een slap, lusteloos mens dat alleen nog maar haar bed uit kwam om boven de wc over te geven. Binnen een week tijd was ik 7 kilo afgevallen. Die zaterdagmorgen belde mijn vriendin de huisartsenpost en de huisarts kwam aan mijn bed. Vrijwel direct gaf ze zonder twijfel aan dat ik naar het ziekenhuis moest, omdat ik aan het uitdrogen was. En zo geschiedde. In het ziekenhuis werd mijn urine getest en had ik een hoge concentratie ketonen in mijn urine. Oftewel ik was ernstig uitgedroogd en moest direct aan het infuus.

    Protocol
    In het ziekenhuis kwam mij voor het eerst de diagnose HG ter oren. De arts-assistent gaf aan dat zij het HG-protocol van het ziekenhuis ging volgen. Dat hield in dat ik niet eerder weg mocht dan wanneer mijn urine vrij van ketonen was. Hierop zou ik ieder dag getest worden. Om dit voor elkaar te krijgen kreeg ik per dag 3 liter vocht via het infuus. ’s Nachts kreeg ik ook een klein zakje vitamine C. Normaal zou men ook vitamine B12 geven, maar dat was op dat moment niet meer voorradig. Daarnaast mocht ik de eerste 24 uur niet eten en drinken, zodat mijn maag tot rust kon komen. Ook zou ik een gesprek met de maatschappelijk werkster krijgen, omdat in het ziekenhuis werd aangegeven dat HG vaak een psychische achtergrond heeft. Tenslotte zou ik ieder dag tweemaal door de zuster uit bed gehaald worden om over de gang te lopen. Omdat, zo zeiden zij, in bed liggen mijn gedachten immers niet van mijn misselijkheid zou halen, waardoor ik mijn belabberde gevoel zelf in stand zou houden. Zonder enig besef van wat er tegen me gezegd werd, heb ik het over me heen laten komen. Ik wilde liggen, slapen en pas wakker worden als alles over was.

    In het ziekenhuis ben ik de tijd door gekomen met slapen en mezelf in een vorm van wat ik zelf maar schijn-bewusteloosheid houden noem: mijn blik op oneindig en gedachten op nul. Ik kon ook niet anders, want iedere kleine prikkel die ik kreeg zorgde voor een versterking van mijn misselijkheid of was de druppel om weer te moeten overgeven. Ieder geluid, iedere per ongeluk gemaakte stoot tegen mijn bed, ieder licht, alles was me te veel.

    Alleen
    Omdat ik zelf niet de energie had om lang te praten, heeft mijn vriendin onze familie en vrienden gebeld met het nieuws dat we zwanger waren en dat ik in het ziekenhuis was opgenomen. Het bijzondere moment van het nieuws vertellen en het delen van geluk was er voor ons niet bij, wat een teleurstelling! Ook op bezoek komen was geen optie, ik kon geen geluid of geur velen. Alleen mijn vriendin zag ik twee keer per dag. De hele dag keek ik uit naar het moment dat ze mijn kamer binnen zou lopen, wat voelde ik me eenzaam. Op het moment dat ze er echter was, konden we niets met elkaar, omdat ik niets kon velen. Ze zat dan naast mijn bed een beetje bij me te zijn. En ik keek naar haar.

    Als de zuster me kwam halen om over de gang te gaan lopen, deed ik plichtmatig mijn rondje. Vervolgens kon ik weer boven de wc hangen om alleen nog maar gifgroen gal uit mijn lijf te persen. Wat een ellende en wat een onwetendheid bij de (overigens verder wel lieve) verpleegkundigen. Het gesprek met de maatschappelijk werkster was kort. “Ja, het kindje is echt heel erg gewenst. Nee, het kindje is niet per ongeluk verwerkt, maar dat is ook best lastig bij een lesbisch stel. Nee, we hebben geen zorg of we de opvoeding wel aan kunnen. Ja, we hebben allebei een goede baan. Nee, we hebben geen geldzorgen. Ja, we hebben een heerlijk huis met genoeg ruimte voor die kleine.” De maatschappelijk werkster concludeerde dat er in mijn geval geen sprake was van een psychische oorzaak voor mijn HG. Ik kon er niet eens boos om worden, haalde mijn schouders op en vulde maar weer eens mijn kotsbakje. Het enige positieve aan de ziekenhuisopname was de echo die we kregen. Daar zagen we haar voor het eerst, een heel klein donker vlekje met een kloppend hartje. Alles zag er goed uit, de kleine kwam helemaal niets te kort. De echofoto hing boven mijn bed en heeft me door menig moeilijk moment gesleept.

    Naar huis
    Op de achtste dag in het ziekenhuis kwam een, voor mij iets te vrolijke, gynaecoloog aan mijn bed. Hij vertelde me dat hij heel tevreden met me was en dat ik het geweldig goed deed. Mijn urine was schoon, ik had emesafene voorgeschreven gekregen en ik mocht lekker naar huis. Vol verbijstering gaf ik aan dat ik me nog steeds hondsberoerd voelde, dat ik in de afgelopen acht dagen ben blijven overgeven, dat ik nog niet een half beschuitje per dag binnen kon krijgen (laat staan binnen houden), dat ik nog niet kon drinken en mijn urine alleen schoon was vanwege het infuus. De gynaecoloog bleef echter bij zijn standpunt dat ik beter was en naar huis kon, daar was ik immers toch veel liever dan hier in het ziekenhuis? Omdat ik niet de kracht had om nog verder in verweer te gaan, belde ik mijn vriendin en werd ik niet veel later opgehaald om naar huis te gaan.

    Thuis had ik slechts twee dagen nodig om weer een hoge concentratie ketonen in mijn urine te krijgen. Honds- en hondsberoerd gingen we weer op verwijzing van de huisarts naar het ziekenhuis. Op de afdeling gynaecologie werd me verzocht in de wachtruimte te blijven wachten, want alle verpleegkundigen waren druk. Ik kon mezelf niet fatsoenlijk overeind houden, maar op mijn de vraag van mijn vriendin vraag waarom ik niet alvast ergens op een bed mocht gaan liggen, werd na een half uur pas gereageerd. Daar heb ik nog ruim een half uur gewacht tot een verpleegkundige me vroeg om een potje urine aan te leveren, wat trouwens best een opgave is als je uitgedroogd bent. Na nog eens een half uur wachten op de uitslag kwam de constatering dat ik inderdaad weer ernstig aan het uitdrogen was, dat ik opgenomen moest worden en een infuus nodig had. Ruim 2 uur later werd na drie keer vragen eindelijk het infuus gezet. Inmiddels was mijn medicatie gewijzigd. Ik kreeg toen Primperan-zetpillen, een iets steviger medicijn dan Emesafene. Ondanks dat het overgeven door bleef gaan, was ik door de Primperan wel minder vaak misselijk, en dat is ook wat waard.

    Tegen die tijd was ik in mijn 9e zwangerschapsweek aangekomen en op de vijfde dag in het ziekenhuis kwam een diëtiste met me praten. Ze gaf aan dat als ik zo weinig bleef eten en drinken, ik waarschijnlijk aan een maagsonde moest. Ze bracht dit nieuws alsof dat het meest verschrikkelijke was wat ik nu nog kon meemaken en vroeg me om er goed over na te denken. Een half uur later was ik zeker van mijn beslissing, morgen vraag ik de diëtiste om een maagsonde.

    Sondevoeding
    Het plaatsen van de sonde is niet zo’n fijn gevoel in je neus en slokdarm, maar als alles eenmaal op zijn plaats zit merk je daar bijna niets meer van. Het principe van de sonde is dat er 24 uur per dag een klein laagje vloeibaar eten in je maag zit. Hierdoor neemt je misselijkheid en de prikkel om over te geven af. Ik vond het een verademing. Ik kreeg een opbouw naar 2000 calorieën per dag en gelijktijdig werd het infuus afgebouwd. Ik voelde de energie gewoon letterlijk en figuurlijk mijn lijf in stromen. Sinds ik de sonde had, hoefde ik nog maar zo’n twee tot drie keer per dag over te geven. Heerlijk! Op ziekenhuisdag acht kreeg ik weer een gynaecoloog aan mijn bed die aangaf dat ik naar huis mocht en een mobiele sonde mee zou krijgen. Dit keer zag ik het zelf ook zitten. Ik had het vertrouwen dat ik het thuis zou redden.

    Eenmaal thuis ging het fysieke herstel langzaam maar gestaag. Maar de eerste weken hadden er kennelijk zo zwaar ingehakt, dat ik uiteindelijk de gehele zwangerschap nodig heb gehad om een beetje te herstellen.

    De sonde heb ik tot mijn 22e zwangerschapsweek gehad. In eerste instantie kreeg ik alleen voeding via de sonde, maar langzaamaan verlaagde ik mijn dosis sondevoeding en kon ik daarnaast een beetje gaan eten en drinken via de normale weg. Toen ik in week 22 voor de zoveelste keer mijn sonde uitkotste, had ik geen zin meer om hem terug te laten plaatsen en was ik vastbesloten om alle benodigde voeding en drank via mijn mond binnen te krijgen. Ik ben blij dat dat is gelukt, want nu kon ik ook de straat weer op. Ik vond het zelf niet prettig om met mijn sonde onder de mensen te komen. Mijn wereld weer nu dus weer iets groter.

    Ik heb nog heel lang Primperan/Metaclopramide gebruikt. Tussentijds heb ik die verschillende keren zonder succes proberen af te bouwen. Maar omdat ik graag borstvoeding wilde geven, ben ik drie weken voor de bevalling gestopt. Hierbij was ik met vlagen misselijk, maar hoefde ik gelukkig niet over te geven.

    Invloed van HG
    Naast de fysieke ellende heeft HG ook een aantal grote andere effecten op mijn leven gehad. Toen ik eenmaal uit het ziekenhuis was en na een paar weken niet meer de hele dag in bed door bracht, kwam ook de eenzaamheid. Ik ben ongelooflijk gesteund door mijn vriendin, familie, vrienden en met heel veel cadeautjes en kaarten. Dit is hartverwarmend geweest en heeft me echt gesteund. Maar er blijven dan nog zoveel momenten over waarop ik alleen was en ik me zo eenzaam voelde. Momenten waarop je iets niet zelf kunt, dus afhankelijk bent van een ander. Momenten die je niet mee kunt maken, omdat je niet normaal kan eten of omdat je geen auto kan rijden (vanwege de medicatie). Ik herinner me nog de momenten dat ik alleen thuis zat, door het raam naar buiten keek naar het trieste herfst- en winterweer en dacht; “Is dit nou die roze wolk?” Daarnaast was er mijn schuldgevoel richting mijn vriendin. Ze stond overal alleen voor, ik zag en voelde haar machteloosheid, angst, verdriet. Ik heb haar niet de zwangerschap kunnen geven die we graag gewild hadden. Lekker samen pronkend over straat met een dikke buik, baby-inkopen doen of gewoon samen genieten van de korte tijd die we nog met z’n tweetjes hadden. En ook haar werk en sociale leven kwamen onder druk door mijn gesteldheid. Ook zij voelde zich eenzaam, zonder vrienden en zonder echt contact met mij. Ook richting mijn werkgever en collega’s voelde ik me schuldig. Doordat ik zo verzwakt was ben ik tot na mijn bevallingsverlof niet aan het werk geweest. Ondanks dat ik weet dat ik er zelf niets aan heb kunnen doen, blijft dat gevoel dwars zitten.

    Ik ben blij dat ik de laatste drie weken van mijn zwangerschap redelijk fit was. Ik heb op Koninginnedag 2008 met mijn dikke buik in de zon over de vrijmarkt gelopen. Samen met mijn vriendin heb ik deze weken nog veel leuke dingen kunnen doen en hebben we van de zwangerschap genoten. Als ik terug kijk op mijn zwangerschap, probeer ik zoveel mogelijk aan deze weken te denken. Toen was er wel die roze wolk.

    Op 7 mei 2008 werd onze dochter geboren. Een dijk van een meid en kerngezond. Iedere dag genieten we van dit heerlijke mensje. Regelmatig kijken mijn vriendin en ik elkaar met tranen van intens geluk in de ogen aan.

    Nog een keer?
    Tijdens mijn zwangerschap heb ik aan mijn vriendin gevraagd om voor mij te onthouden dat ik dit nooit meer wilde meemaken. Als ik na de bevalling ooit nog zou zeggen dat ik een tweede kindje wil, dan zou ze er alles aan moeten doen om dit niet te laten gebeuren. Het geluk van een kind overstijgt echter alles. Inmiddels doen we opnieuw pogingen om zwanger te worden. Om een voor ons bekende reden zal ik wederom de kleine dragen, ondanks alle ellende. Maar inmiddels zijn we wel ervaringsdeskundigen. Dit keer zijn we vooraf bij het ziekenhuis geweest, een ander dan degene waar ik destijds ben opgenomen. Bij de gynaecoloog hebben we duidelijk afgesproken wat ik wel en niet wil. Dit staat genoteerd in mijn dossier. Daarnaast starten we een preventieve behandeling vanaf het moment dat we weten dat ik weer zwanger ben. Hopelijk hoeven we HG nooit meer mee te maken, maar mocht het toch gebeuren, dan laten we ons niet meer overrulen door de HG-protocollen in een ziekenhuis en/of de onwetendheid van medici en verpleegkundigen.

    Ik hoop dat mijn verhaal de mensen met HG die nog geen ervaringsdeskundigen zijn kan helpen. Dit is de informatie die ik zelf graag had willen hebben, maar die er toen gewoon nog niet was.

    Zwanger!
    Zwanger zijn, wat verheug ik mij daarop! Als Iwan en ik in 2003 besluiten om met de pil te stoppen, denk ik dan ook één van de mooiste periodes van mijn leven tegemoet te gaan. Een paar maanden later is het zover: ik ben zwanger. Wat zijn we blij en trots.
    Al snel na deze feestelijke dag word ik misselijk. In eerste instantie denk je: misselijkheid aan het begin van de zwangerschap is heel normaal. Dus ik ga gewoon naar mijn werk. Sinds een half jaar werk ik als leerkracht, en ik heb er ontzettende zin in om nu, na de vakantie, een eigen groep te starten. Maar al meteen in de eerste schoolweek wordt mijn misselijkheid zo erg, dat ik naar huis wil. Mijn collega’s weten niet wat hun overkomt, dit is niks voor mij, maar ik kan niet anders.
    In de daarop volgende dagen wordt de misselijkheid zo erg, dat ik niets meer kan eten en drinken en maar blijf braken, de hele dag door. De huisarts schrijft me Emesafene voor tegen het braken. In eerste instantie lijkt het te werken. Opgetogen vertellen we ons blije nieuws aan onze ouders, mijn zus en Iwans zus. De week erop ga ik weer naar mijn werk, ook al kan ik nog steeds niets eten of drinken… Maar ja, ik wil gewoon doorgaan, dit hoort er blijkbaar bij.
    Als ik zeven weken zwanger ben, gaan we voor controle naar de gynaecoloog. Er klopt een hartje, geweldig. Maar uit mijn bloed blijkt dat ik aan het uitdrogen ben. Ik moet rusten en proberen iets binnen te houden. Als de misselijkheid en het braken niet verminderen, moet ik contact opnemen met de huisarts. Hoe ik ook rust, de misselijkheid en het braken verminderen niet. Op een zondagavond rijden Iwan en ik naar de huisartsenpost, waar we worden doorgestuurd naar het ziekenhuis. Hier wordt besloten om me op te nemen en me een infuus te geven. De diagnose luidt: Hyperemisis Gravidarum, een ernstige vorm van zwangerschapsbraken. Ik ben 7 1/2 week zwanger.

    Gemixt gevoel
    Vanaf dat moment bestaat mijn zwangerschap uit twee soorten gevoelens. Ik ben intens blij met het kleine mensje dat in mijn buik groeit. Samen met Iwan ben ik erg benieuwd. Is het een jongen of een meisje? Hoe zal hij of zij eruit zien? Hoe gaat deze baby ons leven veranderen? Ik ben in verwachting, dat is toch iets geweldigs! Ik denk dat de meeste zwangere vrouwen deze gevoelens hebben en ik heb ze ook, ondanks alle onvoorziene ontwikkelingen.
    Wat ik nooit had kunnen voorzien, is dat ik door de zwangerschap niet meer mezelf kan zijn. In de vier jaren voor de zwangerschap volgde ik naast mijn (fulltime) baan een deeltijd hbo-studie. Ik was continu aan het werk of aan het studeren. Daarnaast probeerde ik ook nog andere, ontspannende activiteiten te ondernemen. Dit alles kostte de nodige energie, maar die had ik meestal ook. Zo kende ik mezelf tot dan toe, en ik had gedacht dat ik tijdens mijn zwangerschap net zoveel energie zou hebben. Lekker werken tot vier weken voor de bevalling, beetje showen met mijn zwangere buik, je kent het wel…
    Niet dus. Nu lig ik opeens met 7 1/2 week in het ziekenhuis aan het infuus. Het enige wat ik kan doen is naar wc rennen om te braken. Ik heb niet eens de energie om een boek te lezen. Eten kan ik niet zien, ik kan er zelfs niet tegen als ik eetbare dingen op de tv zie of als mensen over eten praten.
    Doordat ik in het ziekenhuis lig, weten mijn vrienden en collega’s al in een vroeg stadium van mijn zwangerschap. Ik krijg veel bezoek en dat vind ik fijn. Mijn lichaam vindt het helaas minder. Na elk bezoekuur ben ik behoorlijk ziek.
    Het is niet zo prettig om in het ziekenhuis te liggen. Er liggen vrouwen op dezelfde kamer die al aan het eind van hun zwangerschap zijn. Ik heb het heel gezellig met ze, maar ik voel me toch ook onzeker. Ik ben pas 7 1/2 week zwanger en ik lig in het ziekenhuis omdat ik misselijk ben. Zeg nou zelf!
    Ik voel me schuldig ten opzichte van Iwan. Hij begint in die periode net aan een nieuwe baan als brandpreventist. Wie had gedacht dat zijn eerste werkdag zo vol zorgen zou beginnen? Ook hebben we net ons huis verbouwd en zijn daarmee nog niet helemaal klaar. Alles loopt in het honderd. Gelukkig is Iwan heel erg nuchter. Aan de ene kant ontzettend bezorgd en aan de andere kant realistisch. Het is gewoon zo. Onze ouders wonen allebei op nog geen kilometer afstand, dus daar hebben we heel veel steun aan.
    Op een gegeven moment houd ik op met me schuldig te voelen aan het feit dat Iwan er alleen voor staat op bepaalde gebieden. We hebben samen besloten om zwanger te worden. Dit hadden we niet voorzien en het heeft voor ons beiden consequenties. Ik heb er niet voor gekozen om me zo ziek te voelen. We hebben dan nog goede hoop dat de misselijkheid na twaalf weken zal verminderen. Ik ben dan nog zo naïef om te denken dat ik na die eerste twaalf weken weer alles zal kunnen doen zoals ik dat wil….

    In het ziekenhuis
    Maar goed, nu lig ik in het ziekenhuis. Soms heb ik het idee dat het verplegende personeel me niet serieus neemt. Waarschijnlijk is dat meer mijn eigen gevoel dan dat het ook werkelijk zo is. Ik ben degene die mezelf niet serieus neemt. Ik schaam me ervoor dat ik zo misselijk ben dat ik ervoor moet worden opgenomen. Het liefst was ik gewoon weer aan het werk.

    Onderzoeken
    Na vijf dagen mag ik weer naar huis. Meteen de volgende dag kunnen Iwan en ik voor de eerste keer naar de verloskundige. Er wordt een echo gemaakt en het is fijn om te zien dat het met het kleine mensje in mijn buik hartstikke goed gaat! Helaas gaat het met mij minder goed. Na vijf dagen laat ik mijn urine controleren en als ik hoor dat er ketonen inzitten, weet ik dat ik weer word opgenomen. Ik knap iets op, ga naar huis en het gaat weer minder goed met mij. Voor de derde keer lig ik in een ziekenhuisbed aan het infuus. Tijdens deze opname wordt onderzocht of ze een oorzaak van het braken kunnen vinden, en vanwege de onderzoeken word ik iets minder snel naar huis gestuurd dan andere keren. Allereerst is er een gesprek met een maatschappelijke werkster. Het zou immers een psychische oorzaak kunnen hebben. Zij constateert dat dit bij mij absoluut niet het geval is omdat ik daar veel te positief voor ben. Dit is zo goed om te horen, zo ken ik mezelf immers ook. Na dit gesprek voel ik me in het ziekenhuis ook veel meer op mijn gemak. Het ligt niet aan mij dat ik ziek ben, het ligt aan mijn lichaam, ik kan er niets aan doen. De conclusie van de onderzoeken is, dat ik ervan uit moet gaan dat het aan de hcg-hormonen ligt.
    Met twaalf weken krijg ik in het ziekenhuis drie heel mooie echo’s van de baby. Tjonge, wat ben ik trots. Oké, ik ben twaalf kilo afgevallen, niemand ziet dat ik zwanger ben en ik voel me hondsberoerd, maar in mijn buik zit een kindje. Een kindje met armpjes, beentjes, een neusje, met alles erop en eraan. Weken laat ik deze echo’s aan iedereen zien, zo blij ben ik ermee.
    Ik ben dertien weken zwanger als ik naar huis mag. Deze opname heeft tien nachten geduurd. Eigenlijk gaat het na thuiskomst net als de vorige keren: ik word langzamerhand steeds misselijker. Toch kan ik nu een glaasje water binnen houden. De pieken worden minder hoog. Ik word telkens opnieuw misselijk en ik knap er telkens weer ietsje van op. Op een gegeven moment volgen de pieken elkaar minder snel op. Dan gaat het bijvoorbeeld tien dagen bergopwaarts met mij en vervolgens ben ik weer twee dagen ziek. En zo gaat het door.

    Acceptatie
    Vanaf de 24e week ben ik niet meer zo misselijk dat ik moet braken. Er zijn dagen dat ik me redelijk voelde en er zijn dagen dat ik ongelooflijk moe ben en echt nergens energie voor heb. Soms twijfel ik aan mezelf: hoe kan ik zo veranderen door een zwangerschap?! Ik wil energie hebben en die heb ik echt niet. Ik snap er niets van. Ik besluit om te accepteren dat ik niet alles kan doen zoals ik dat eigenlijk wil. Ik heb nu eenmaal heel erg weinig energie. De beslissing om er niet meer tegen te vechten, geeft me rust. De zwangerschap is nu ook al zo ver gevorderd dat het einde langzaam maar zeker in zicht komt.
    Met pieken en dalen gaan de volgende weken voorbij. Als ik me goed voel onderneem ik van alles, maar voel ik me niet goed dan lig ik op de bank.

    Geboren!
    Wanneer ik 36 weken en drie dagen zwanger ben, wordt na een mooie onze prachtige dochter, Maud geboren!! Het is 04-04-‘04.
    Het herstel van de bevalling verloopt geweldig. Al heel erg snel keert mijn energie terug. Achteraf besef ik pas hoe zwaar deze zwangerschap is geweest. Het heeft lang geduurd voor ik me er werkelijk aan over kon geven dat ik mijn vertrouwde, energieke ik, moest inleveren. Maar ik heb het er voor over gehad, en ik zou het er een volgende keer opnieuw voor over hebben…

    Weer zwanger
    Voorjaar 2005, Iwan en Maud jaar liggen op ons bed als ik met een test naar hen toe loop. Er verschijnt een vaag tweede streepje en ik ben dus zwanger! Zo snel hadden we het niet verwacht. Wat een geweldig cadeautje!
    We zijn blij met de zwangerschap, maar er is ook onzekerheid. De kans op herhaling van de Hyperemisis Gravidarum is groot en dat is nu niet bepaald iets om naar uit te kijken. De eerste twee weken voel ik me redelijk goed, al merk ik wel dat werken – ik werk op maandag en dinsdag – zeer intensief voor me is. Op een gegeven moment gaat het op maandag nog goed en geef ik op dinsdag, woensdag en donderdag ‘s morgens over. Omdat ik gewoon kan eten en het in de loop van de dag wel iets beter gaat, ben ik blij. Ochtendmisselijkheid is toch heel gewoon in de zwangerschap!?
    Ik ben 71/2 week zwanger als ik echt geen eten of vocht meer binnen kan houden. Via de huisartsenpraktijk beland ik ‘s avonds in het ziekenhuis en krijg ik een infuus. Op dat moment besef ik dat ik ook deze zwangerschap HG zal hebben. Eenmaal weer thuis lig ik in bed en probeer op vaste tijden te eten en te drinken. Maud wordt opgevangen door de opa’s en oma’s. Het doet wel pijn dat ik haar niet kan verzorgen, maar het is nu eenmaal zo.
    Ik ben twaalf weken zwanger als ik me echt iets beter ga voelen. Ik loop vaker naar beneden en krijg ‘s middags zelfs een beetje energie. Iwan en ik zijn er van overtuigd dat het vanaf nu in een stijgende lijn omhoog gaat. Ik kijk ontzettend uit naar het moment dat ik het kindje in mijn buik voor de eerste keer voel bewegen. Dan kan ik pas echt gaan genieten.
    Met dertien weken mogen we weer naar het spreekuur van de verloskundige. In de wachtkamer zeg ik tegen Iwan: “Als het maar niet beter met mij gaat, omdat er iets niet goed is met het kindje.” Iwan zegt dat hij daar ook even aan heeft gedacht, maar dat toch niet echt gelooft… Een uur later bevinden we ons in het ziekenhuis, want de verloskundige kon het kindje niet vinden met haar echoapparaat. In het ziekenhuis was de apparatuur beter, dus misschien… De echoscopiste gaat over mijn buik, maar ook nu komt er geen kindje in beeld. Ik weet dat er in dit stadium van de zwangerschap een vrolijk spartelend kindje te zien moet zijn, dus het is wachten op de onontkoombare woorden, ook al zijn ze nog niet uitgesproken. Even later wordt het kindje gevonden. Het ligt onder in de baarmoeder en is ongeveer tien weken groot. Het beweegt niet en het hartje klopt ook niet. Het ligt er heel stilletjes. Opeens weet je dan dat het helemaal fout is: je bent niet meer in blijde verwachting. Ik ben helemaal voor niets ziek geweest. We waren blij dat ik me niet meer zo ziek voelde, maar weten nu wat de reden is. En dat is echt bikkelhard. De gynaecoloog kijkt ook nog met het echoapparaat naar ons kindje. Maar het komt niet spontaan tot leven en het is niet spontaan drie weken gegroeid. Ons kindje is nog steeds dood.

    Nooit vergeten
    Het is 2 juni als Iwan en ik, in het ziekenhuis, na toediening van de nodige medicatie en enkele uren menstruatieachtige krampen, naar ons minikindje kijken. Het is heel erg klein, grijs-bruin van kleur en eigenlijk nog geen kindje. Het ziet er zacht uit, het is weefsel zonder botten. Op de plaats waar ooit een oortje zou moeten groeien, zie je een gaatje. Je ziet een piepklein neusje en ook een mondje. Het kindje lijkt te lachen. Het is schijnbaar vrolijk ingeslapen. De armpjes en beentjes zijn nog niet af. Het zijn stompjes. Aan één armpje kun je wel de beginnende vingertjes zien. Het is heel fijn om op deze manier afscheid te nemen van ons kindje dat nooit een echt kindje zal worden.
    Het is geen fijne dag voor Iwan en mij, maar wel een heel intense en mooie dag, al is dat misschien een vreemde omschrijving. Het is een dag die we, net als de bevalling van Maud, nooit zullen vergeten.
    De dag erna voel ik me lichamelijk weer goed. Ik ben niet meer zwanger en dat voel ik. Het is fijn om me weer beter te voelen, maar liever had ik me nog maanden minder goed gevoeld. Extreem misselijk zijn tijdens je zwangerschap is niet leuk. Maar dat hadden we beiden geaccepteerd. Je hebt veel over voor een nieuw leven. Het ziek-zijn valt totaal in het niet bij een miskraam. Dat doet veel meer pijn.
    Gelukkig kunnen Iwan en ik er in de daarop volgende weken samen goed over praten en is er onze kleine meid die ons veel vreugde geeft. We genieten extra van haar en proberen het dagelijkse ritme weer op te pakken. Ik heb zes weken niet voor haar kunnen zorgen, dus nu ik dat wel weer kan, vind ik dat extra fijn.
    Het zwangerschapsboekje, de echo’s, een fotootje van het vruchtje, een knuffeltje en alle kaartjes die we hebben gekregen, stoppen we in een doosje. Dat doosje blijft nog een poosje dicht bij ons in de buurt, we maken het gemakkelijk open om er in te kijken. Na een tijdje geven we het een plaatsje op onze zolder. En het kindje krijgt een plaats in ons hart.

    Voor de 3e keer zwanger
    Na de miskraam duurt het ruim een half jaar voordat ik weer zwanger word. Meteen als ik zwanger ben, weet ik intuïtief dat het goed zal komen. Hoewel ik het gevoel heb dat het nu allemaal goed zal komen, kan ik de angst toch niet goed loslaten. En Iwan ook niet. De miskraam heeft ons diep geraakt en zo’n ervaring neem je mee. Tijdens de eerste twee zwangerschappen overheerste het ziek-zijn, tijdens deze zwangerschap overheerst de angst voor een miskraam, ook al heb ik ook nu HG. Wat dat betreft verloopt deze zwangerschap in grote lijnen hetzelfde als de andere. Een verschil met de vorige zwangerschappen is ook, dat ik nu veel meer opensta voor de spirituele kant van zwanger-zijn. Doordat ik mijn vertrouwde, actieve ik moet loslaten vanwege het ziek-zijn, keer ik meer naar binnen en leer ik me over te geven aan wat gewoon zo is. De ervaring van de miskraam versterkt dat nog eens: er is meer onder de zon dan alles wat je zelf kunt plannen en regelen. Ik heb geleerd meer naar mijn gevoel luisteren, al vind ik het soms moeilijk er op te vertrouwen. Ik heb wat dat betreft veel steun van het boekje Zwanger met hart en ziel; contact met je ongeboren kind (Riet van Rooij). Daarin wordt heel mooi beschreven hoe de wisselwerking tussen jou en je kindje van het begin af aan werkt en hoe je daarmee om kunt gaan.
    Mijn vertrouwen groeit. Van een vriendin krijg ik een klokje dat ik buiten op kan hangen met een wens. De wind neemt de wens dan mee. Het getingel van het klokje helpt me ontzettend om te vertrouwen, en de zwangerschap vordert gestaag.
    Op 03-09-’06 wordt onze zoon en Mauds broertje Raf geboren.
    Ons gezin is compleet met twee kindjes. Ons middelste kindje is er voor mijn gevoel nog altijd in de rol van beschermengeltje. Het waakt over Maud en Raf. Wanneer ik wegga en Maud en Raf naar de oppas breng, stelt het me gerust om te weten, dat dit wezentje er voor hen zal zijn. Ik hoor het als innerlijke stem, ik kan het niet anders uitleggen. Het klinkt heel zweverig, maar dat is het niet, het is gewoon zo.

    Terugkijken
    Ik kijk terug op mijn drie zwangerschappen van de afgelopen jaren. Er waren veel moeilijke momenten, maar dat vind ik niet erg. Het heeft me sterker gemaakt. Ik durf meer voor mezelf op te komen. Ook heb ik geleerd dat er belangrijkere dingen in de wereld zijn dan werken en alles in huis perfect op orde te hebben. Ik heb geleerd om samen met Iwan te genieten van onze kinderen. Dat is de basis. Het geeft me rust en maakt dat ik me tevreden en gelukkig voel.

    Zwanger
    Op een ochtend in maart 2009 kon ik mijn bed niet meer uitkomen. Alles werd zwart voor mijn ogen en ik zakte door mijn benen. Ik had een goede baan waarbij ik evenementen organiseerde. Ik was altijd druk aan het werk. In de jaren voor deze baan heb ik zelfs in New York gewerkt. Altijd werkte ik met veel plezier, maar nu was het mij te veel geworden. Ik was misselijk en kon alleen maar slapen.

    Toen mijn menstruatie die maand uitbleef deed ik een test. Ik was zwanger. Heel onverwacht, maar ik was zo blij. Mijn vriend en ik waren nu zo’n 8 maanden samen en woonde nog apart. Best spannend allemaal, maar we gingen er samen voor.

    Misselijk
    Een paar dagen na de test nam de misselijkheid toe. Ik kon niets meer binnen houden. De huisarts en verloskundige zeiden dat dit er bij hoort. De verpleegkundige waar ik ooit groepstherapie gevolgd had, reageerde echter heel anders. Ik had jaren geleden 1 avond in de week therapie gevolgd voor jong volwassenen, omdat ik een heftige jeugd heb gehad. Nu had ik een terugkom afspraak bij haar om te kijken hoe het met mij ging. Ik was nu 5 weken zwanger. Ik vertelde dat werken nu niet ging, over de zwangerschap, dat ik het spannend vond om moeder te worden en dat ik heel misselijk was. Anorexia en een angststoornis was haar diagnose. De psychiater werd erbij geroepen en ik kreeg direct antidepressiva en kalmeringsmiddelen voor geschreven. Ik voelde mij daar helemaal niet goed bij, maar nam het advies van de “deskundige” aan.

    Ik bleef maar misselijk en kon geen intimiteit verdragen. Mijn vriend voelde zich hierdoor afgewezen. Dit zou met mijn verleden te maken hebben vertelde de verpleegkundige aan mijn vriend. Ik ging werd naar een haptonoom gestuurd. De misselijkheid zou volgens de verpleegkundige psychisch zijn en komen doordat ik in mijn jeugd anorexia heb gehad, waar ik overigens op eigen kracht al voor mijn 18e vanaf ben gekomen. Ze zei dat de misselijkheid functioneel was om iedereen op afstand te houden. Mijn vriend kon de problemen niet aan en kon er niet altijd voor mij zijn.

    Niets helpt
    De relatie met mijn werkgever die altijd zo enthousiast over mij was geweest veranderde toen hij door kreeg dat ik voorlopig niet terug kon komen. Niets hielp en ik werd zelfs veel misselijker door de medicatie. Twaalf weken van mijn zwangerschap waren er nu voorbij, maar de misselijkheid en het overgeven bleven. Ik kon mijn bed niet uit komen en raakte compleet geïsoleerd. Ik kreeg emasefene van de huisarts voorgeschreven, maar dit hielp niet.

    We gingen er even tussen uit, op vakantie. We namen de auto en gingen met de tent op pad naar Scandinavië, daar was het tenminste niet te warm voor mij. Maar na 2 dagen boven de wc te hebben gehangen van een campingtoilet, was de lol er voor mij af. Er ontstond steeds meer spanning tussen mij en mijn vriend.

    Second opinion
    Ik ging voor een second opinion naar de POP-poli van een ander ziekenhuis. Kreeg nieuwe medicatie voorgeschreven om mijn stemming te stabiliseren en aan te komen, mirtazapine. Weer werd er gedacht aan anorexia. Ik begon het nu zelf te geloven dat ik aan anorexia leed. Ik probeerde accupunctuur tegen de misselijkheid, maar ik viel bij elke naald die ze in mij prikten flauw. Ik was een schim.

    Na heel veel aandringen werd ik nu eindelijk naar de gynaecoloog doorverwezen door de huisarts. Ik werd opgenomen in het ziekenhuis. Eerst op de afdeling verloskunde, maar daarna op de psychiatrische afdeling van het ziekenhuis op advies van de verpleegkundige. Daar zat ik dan tussen de patiënten met anorexia, psychoses en waanideeën. Elke ochtend werd ik gewogen. Ik moest diverse therapieën volgen en mocht niet alleen naar het toilet. Ik herkende mij helemaal niet in de patiënten met anorexia. Daar lag ik dan 27 weken zwanger, helemaal uitgeput en ondervoed. Ik vond het thuis lastig om nog goed voor mezelf te kunnen zorgen, maar hier met al die therapieën en verplichtingen werd het mij nog veel moeilijker gemaakt. Door mijn problematische jeugd heb ik alleen nog contact met mijn opa en oma. Zij zijn al in de negentig, dus hulp kon ik van hun niet verwachten. Hoe moest dat nu? Ik had nog niet mijn hele babyuitzet bij elkaar en de kleertjes nog niet gewassen. Wat als zij mij hier vast hielden?

    Psychiatrische bemoeienissen
    Na 3,5 week mocht ik naar huis en zelfs dat was wel even wennen. Ik was toen met behulp van medicijnen zo’n 10 kilo aangekomen. Ik wilde niet meer terug naar de verpleegkundige en de psychiater die mij in het begin zoveel medicatie hadden voorgeschreven en diagnoses hadden gesteld waar ik het niet mee eens was. De medicatie voorgeschreven door deze psychiater was volgens de POP-poli zelfs heel gevaarlijk voor het kindje. De psychiater wilde echter dat ik bleef, omdat uit zou komen dat hij een fout had gemaakt als mijn dossier in handen van iemand anders zou komen. Als ik toch weg zou gaan zou hij een melding van kindermishandeling, wegens niet eten tijdens de zwangerschap, doen bij het meldpunt kindermishandeling (AMK). En zo gebeurde.

    Twee weken voor de uitgerekende datum zaten er een vertrouwensarts een rechercheur van het AMK bij mij op de bank. Om na te gaan of ik met mijn psychische problemen wel in staat was om voor een kindje te zorgen. Gelukkig zagen zij ook in dat ik door een zware periode ging en dat de misselijkheid in de zwangerschap zorgde voor veel spanning. Toch moet zoals bij elke melding de standaard procedure gevolgd worden en dus werden alle betrokkenen, zoals de huisarts, gynaecoloog, de kinderarts en later ook het consultatiebureau allemaal geïnformeerd over de melding. Dit heeft de vertrouwensband met veel van de betrokkenen geschaad.

    Ons dochtertje werd geboren. Wat was ik gelukkig en wat voelde ik mij nu weer goed nu de misselijkheid over was. Mijn dochtertje en ik bleven nog wat langer in het ziekenhuis voor observatie in verband met de medicijnen in de zwangerschap. Helaas ging het 24 uur na de geboorte niet goed met mijn dochtertje. Ze werd niet wakker uit haar slaap. Ze werd op de couveuse afdeling opgenomen en met veel moeite kregen de verpleegkundige daar wat voeding naar binnen bij haar. Na 5 dagen ging het beter en mochten we naar huis. Tenminste dat dachten we. De kinderarts had in ons dossier zien staan dat er een melding was geweest bij het AMK en wilde nu ons kindje niet meegeven. Het was vrijdagmiddag en er kon geen contact gelegd worden met het AMK. Pas de maandag daarop toen er met ze gebeld was kregen wij ons dochtertje terug. De gynaecoloog die de hele zwangerschap achter mij stond nam het zelfs voor mij op bij de kinderarts. Ik verloor in deze periode echter wel mijn baan door het ziek zijn.

    Hoe het ook kan
    Nu zijn er inmiddels 2 jaar verstreken. Ons dochtertje is bijna 2 jaar en mijn vriend en ik zijn ondanks alle problemen die we tegen zijn gekomen samen en ik ben opnieuw zwanger! Heel anders zou deze zwangerschap worden riep ik uit tegen mijn vriend, maar al met 6 weken kan ik mijn bed niet meer uitkomen, houd ik niets binnen en kan ik zelfs niet voor mijn dochtertje zorgen. Maar deze keer weet ik dat ik hyperemesis gravidarum heb door het Steunpunt Hypermesis Gravidarum. Ik weet dat ik niet de enige ben en dat ik niet GEK ben! Mijn vriend is nu een grote steun, hij neemt veel van de zorg voor ons dochtertje en de huisdieren op zich. Mede door de verhalen op het hg-forum begrijpt hij mij beter.

    Moe, moe, moe
    Eind maart 2008 zat ik op mijn werk en werd ik steeds rond de middag zo moe. Ik rookte, maar als ik een sigaret opstak viel ik direct daarna steeds bijna in slaap. Binnen een week moest ik me ziek melden, ik moest veel spugen, wilde niet meer eten en had ontzettend weinig energie. Zo’n 2 maanden hiervoor had ik een miskraam en ik weet het uitblijven van mijn menstruatie aan het feit dat mijn hormonen in de war waren. Voor de zekerheid na een week of 2, samen met mijn man een zwangerschapstest gedaan. Ik was zwanger! Geweldig, we waren al een jaar bezig. Ik voelde me alleen niet zo blij, eigenlijk alleen maar misselijk.
    Na een week of 3 naar de huisarts gegaan. Hij vertelde dat ik zo veel spuugde omdat ik dubbel zo veel HCG hormonen had (zwangerschapshormoon) i.v.m. met mijn miskraam en de direct daarop volgende zwangerschap. Hij testte mijn urine op ketonen (afbraakproducten van de vetstofwisseling). Ik bleek Ketonen in mijn urine te hebben, kreeg medicijnen tegen de misselijkheid en hij stuurde me weer naar huis. Extreem misselijk was ik volgens mijn arts, ik vond dit een understatement. Ik had meer verwacht van mijn arts maar moest mij op mijn werk dus ziek melden met extreme misselijkheid vanwege mijn zwangerschap. Ik kreeg niet veel begrip. Ik lag 5 weken plat, ik spuugde elke dag meerdere keren, ik had zo’n sterke geur dat ik het kon ruiken als onze onderburen koffie zetten (waarna ik moest spugen), ik at en dronk bijna niet en had nergens meer kracht voor.
    Na een week of 14 ging het beter. Ik kon weer naar buiten, wandelen en al snel ging ik weer werken. In november 2008 ben ik bevallen van een gezonde dochter.

    Nieuwe kriebels
    Na ongeveer een jaar begon het weer te kriebelen. We hoopten dat er niet een te groot leeftijdsverschil zou zitten tussen onze dochter en haar broertje of zusje. Na 3 maanden was ik zwanger. We testten al met 4 weken en 2 dagen. Een paar dagen later begon ik weer aversie te krijgen van geuren als koffie, sigaretten en gebakken vlees. Ik kon de onderburen weer ruiken als ze koffie zetten en vond het bijna onmogelijk om niet te spugen als mijn man voor ons dochtertje aan het koken was. Binnen een week kon ik alleen nog maar in bed liggen, het liefst in het donker. De huisarts gaf me pillen tegen misselijkheid, deze werkten niet en moest ik oraal innemen. Dat werkt niet als je elk half uur moet spugen. Toen ik mijn huisarts belde om te vertellen dat het niet werkte (inmiddels een andere huisarts) vond ze dat ik het eerst 2 weken moest proberen. Ik kon niet meer, ik had geen kracht meer om in discussie te gaan. Mijn man heeft de volgende dag weer gebeld en de medicijnen Emesafene geregeld. Weer een teleurstelling want deze hielpen de vorige keer ook niet.
    In het weekend belde ik de huisartsenpost. Tot nu toe heb ik de beste ervaringen met de huisartsenpost en kon ik ook meteen bij een huisarts terecht. Deze stuurde ons door naar de Eerste Hulp van het voor ons dichtstbijzijnde ziekenhuis. Het was er vreselijk druk. Dronken mensen, naar eten ruikende mensen en bebloede mensen. Ik had inmiddels al 5 dagen niet gegeten en al 3 dagen niet gedronken en alleen maar in het donker op bed gelegen. Ik bleef wel spugen, dit zorgde er voor dat ik bij de eerste hulp begon met het spugen van bloed. Mijn slokdarm was behoorlijk beschadigd van al het spugen. Nadat ik had aangegeven dat ik niet meer kon zitten mocht ik de wachtkamer uit en op een bed liggen. Hier heb ik 5 uur moeten wachten tot ik werd geholpen en zat mijn man naast me met spuugbakjes. Ik bleef gal en bloed spugen. Mijn urine en bloed werden getest en ik bleek behoorlijk uitgedroogd te zijn, Ketonen 3. Er werd besloten dat ik opgenomen moest worden en aan een infuus zou komen te liggen. Ik mocht 24 uur niets binnen krijgen behalve het infuus, ik mocht alleen mijn man 10 minuten per dag zien, geen telefoon, geen tv en alleen op een kamer. Dit was zo’n opluchting. Ik kon al een week geen glimlach meer op mijn gezicht tonen voor mijn dochter, ik was zo ontzettend bang om geuren te ruiken en wilde niets anders dan verzorgd worden in het ziekenhuis. Een plek waar ik ziek kon zijn en geen moeder of partner hoefde te zijn.
    Eenmaal aangekomen op de afdeling viel ik flauw en werd ik met bed en al naar mijn kamer gebracht. Midden in de nacht kreeg ik ineens toch een kamergenote. Zij praatte de hele dag, was het niet tegen mij dan wel tegen zichzelf of tegen al het bezoek dat zij op haar kamer ontving. Dit was niet de afspraak maar ik was te zwak om er iets van te zeggen. Na 24 uur moest ik proberen een beschuitje te eten. Omdat dit niet lukte kreeg ik sondevoeding via een slangetje in mijn neus. Een vreselijke kokhalzende ervaring. Na 4 dagen kreeg ik een kamer voor mij alleen. De misselijkheid en het spugen werden de eerste week niet minder. Na deze week mocht mijn sonde eruit (ze hadden hem te laat gespoeld waardoor hij was vastgelopen dus moest hij er uit). Ik moest weer beginnen met eten. Na 2 weken kon ik een weekend naar huis. Daar ging het weer helemaal mis. Maandag werd ik weer opgenomen. Hierna heb ik nog een week in het ziekenhuis gelegen. In deze week kwam mijn dochtertje wel op bezoek. Zij vond het vreselijk in het ziekenhuis, gooide zich steeds boos op de grond, sloeg steeds tegen mijn infuus aan en probeerde ons uit door overal aan te zitten en mee te gooien.

    Traumatische ervaring
    De ervaring in het ziekenhuis is traumatisch geweest voor me. Ik moest van de een op de andere dag alles loslaten. Ik was nog nooit langer dan een werkdag bij mijn dochter vandaan geweest, zij was nog nooit uit logeren geweest. Ineens moest ze 3 weken zonder me. Achteraf is het vooral vreselijk dat ik daar niets bij voelde. Ik miste mijn man en mijn dochter niet. Ik wilde het liefst smeken om een abortus, ik wilde niet meer zwanger zijn en was elke dag zo bang voor het beginnen van de dag.

    Nare opmerkingen
    In het ziekenhuis zijn verschillende vervelende opmerkingen gemaakt. Een van de verpleegsters vertelde me dat de meeste van haar collega’s mensen met Hyperemesis aanstellers vonden, maar dat zij het wel begreep omdat zij ook misselijk was geweest tijdens haar zwangerschap. Dit was na 4 dagen. Ik moest toen nog zo’n 2,5 week gewassen en verzorgd worden door al die collega’s van haar die me blijkbaar een aansteller vonden.

    Plan van aanpak?
    In het ziekenhuis kreeg ik begeleiding van een psycholoog, gynaecoloog en een diëtiste. Met de psycholoog kon ik goed praten, zij liet me vertellen. De diëtiste hielp ook goed. De Gynaecologe voegde weinig toe. Ze maakte echo’s en liet me 2 keer per week bloed testen. Dit alles zal een doel hebben gehad maar een uitleg over wat ze onderzocht heb ik nooit gehad. Haar vraag bij de artsenronde was vooral of ik vragen had.
    Er zou een plan worden gemaakt met de diëtiste, gynaecologe en psycholoog om me deze keer in stapjes naar huis te laten gaan. Eerst een middag, dan middag en avond en dan thuis slapen. Helaas werd ik 4 dagen voor we aan het plan zouden beginnen door een gynaecoloog naar huis gestuurd die mijn dossier niet had gelezen. Hij dacht dat ik met Pasen wel thuis zou willen zijn en liep na de mededeling weg. Huilend en boos heb ik mijn spullen gepakt. Ik was zo bang om weer ziek te worden thuis en weer afscheid te moeten nemen van mijn dochter. Gelukkig ging het binnen een aantal dagen beter met me. Mijn dochter was uit logeren en ik kon nog even echt ziek zijn voor ik weer moeder moest zijn.

    Verwerken
    Met 12 weken voelde ik me deze keer stukken beter. Werken lukt nog niet maar thuis lukt het me om halve dagen te functioneren. Als ik dan in de middag een dutje doe dan lukt het me om niet meer te spugen. Een wonderbaarlijke verbetering. Veel vrouwen hebben dit 9 maanden lang en moeten een sonde mee naar huis nemen.
    Toen ik weer thuis was, merkte ik dat ik veel te verwerken had, en niet alleen ik. Ons dochtertje van 1,5 is de eerste 3 weken helemaal van slag geweest. Voor ik werd opgenomen rende ze me achterna als ik op het toilet moest spugen en aaide me over mijn rug. Toen ik weer terug was begon ze direct weer voor me te zorgen. Zodra ik moest spugen zat ze naast me en aaide mijn rug. Elke dag had ze meerdere woedeaanvallen en ze was als de dood dat ik weg zou gaan, de hele dag liep ze achter me aan. Onder het eten moest mijn hand op haar borstkast anders raakte ze overstuur. Die psycholoog zou me nu meer van pas komen. Ik heb het nodig om te praten over de band die ik amper voel voor mijn ongeboren kindje. Ook zou ik graag willen praten over mijn relatie en alles wat het daar in veroorzaakt heeft. Vooral zou ik willen praten over het schuldgevoel naar mijn dochtertje.

    Hyperemesis Gravidarum
    Er is veel onbegrip en onbekendheid over Hyperemesis. Als mijn huisarts bij mijn eerste zwangerschap had gezegd dat het Hyperemesis was dan had ik kunnen weten dat dit bij een volgende zwangerschap weer zou gebeuren. Dan had ik voorzorgsmaatregelen kunnen treffen. Aangezien onze familie aan de andere kant van Nederland woont en werkt was er niemand behalve mijn man die voor mijn dochtertje kon zorgen. Misschien dat ik dan wat langer had gewacht met proberen weer zwanger te worden, tot mijn dochtertje iets meer uitleg kon krijgen en iets meer zelf kon.
    Hyperemesis is niet gewoon zwangerschapsmisselijkheid, het is een ziekte die je van top tot teen beheerst en die je niet kan doorbreken zonder hulp van artsen in het ziekenhuis. Dankzij het steunpunthg.nl en Hyperemesis op Hyves heb ik voor het eerst begrip gemerkt van ervaringsdeskundigen. Naast de steun van je partner en vrienden heb je mensen nodig die het echt begrijpen.

    Mijn zwangerschap; pff ik heb me er doorheen geslagen…

    Toen ik positief testte was ik alleen maar bezig met: laat het dit keer goed gaan! Ik had namelijk al 2 miskramen achter de rug. Maar deze zwangerschap verliep meteen anders dan de andere! Vanaf 7 weken begon het: ik was misselijk. Ach ja ochtend misselijkheid zei iedereen, alleen duurde het bij mij de hele dag!

    Huisarts

    Zo rond de 9 weken was het zo erg dat ik niks meer binnen hield. Die dinsdag naar de huisarts gegaan: het was een griepje, gewoon goed drinken en dan was alles ok. Donderdag terug gegaan naar de huisarts; ik wist namelijk zeker dat dit niet zomaar een griepje was. En water hield ik ook al niet meer binnen. Op advies van de gynaecoloog een ketonentest gedaan en ja hoor ik was aan het uitdrogen. Uiteindelijk primperan zetpillen gekregen en hoorde de gynaecoloog aan de telefoon zeggen dat mijn ketonentest de volgende ochtend beter MOEST zijn. Maar je raad het al ketonentest was slecht, ik was totaal kapot. Maar ach de huisarts durfde het wel aan om het weekend af te wachten… Ik heb alleen maar gejankt! Ik was lichamelijk en emotioneel kapot want ik was zo bang dat dit uiteindelijk voor die baby in mijn buik funest kon zijn!!

    Mijn moeder heeft me niet veel later toch naar de gynaecoloog in het ziekenhuis gebracht. Zij is zich dood geschrokken en heeft me met spoed laten opnemen. Mijn uitdroging was al ver gevorderd en ik moest aan het infuus. Makkelijker gezegd dan gedaan! Ik ben werkelijk lek geprikt door verschillende artsen, aan mijn arm maar ook aan mijn voeten. Uiteindelijk naar de anesthesist voor een infuus via een sneetje in mijn nek, voor de zekerheid probeerde hij het ook nog en ja gelukkig het lukte hem! Dit liet dus heel duidelijk zien in wat voor een stadium van uitdroging ik al verkeerde! Mijn vaten waren zo vernauwd waardoor prikken moeilijk was.

    Ziekenhuis

    Mijn ziekenhuis opname was ook bepaald geen pretje. De eerste dagen mocht ik zelf niks nuttigen, ik had alleen een infuus en nog bleef ik spugen. En bezoek kreeg ik amper, want ach iedereen is wel een beetje misselijk en dat gaat bij 12 weken wel over. Niemand leek zich te beseffen dat ik mensen om me heen nodig had!

    Toen ik na een dikke week uit het ziekenhuis mocht ging het beter en hield ik met behulp van medicijnen (primperan + emasafene) al iets meer binnen, maar het spugen bleef aanhouden. Eigenlijk kon ik nergens meer naartoe zonder te spugen of iets dergelijks maar daar leerde ik mee leven. Ook dit was moeilijk want hetgeen waar andere van zeiden lekker uitrusten was bij mij niet het geval, ik verveelde me te pletter maar wist dat zodra ik teveel deed ik dit later moest bezuren! Ik ben uiteindelijk tot de 36ste week misselijk geweest en ik heb helaas vanaf de 9de week in de ziektewet gezeten.

    Onbegrip

    Wat mij het meeste pijn en verdriet heeft gedaan zijn alle lullige opmerkingen over 12 weken, 20 weken grens, ochtend misselijkheid en blablabla/ onbegrip van onder andere een huisarts maar ook van veel dierbaren. Het voelde alsof ik me aanstelde terwijl ik gewoon wist dat ik niet anders kon!!!

    Uiteindelijk is mijn bevalling van een dysmatuur baby bij 38 weken redelijk voorspoedig verlopen, en ik ben ook super gelukkig met mijn kereltje! Ondanks dat dit bij een volgende zwangerschap weer kan voorkomen deins ik daar dan ook zeker niet voor terug! Ik weet dat wat me te wachten staat waardeloos is maar ik weet inmiddels ook wat ik er voor terug krijg! Ook hoop ik dat mijn dierbaren zich inmiddels meer bewust zijn van wat HG is en zij mij dus ook beter kunnen steunen!

    1. De dokter met het blonde haar

    Ik wacht op de visiteronde van de arts en doe mijn best om niet in slaap te vallen. Het doktersbezoekje duurt een minuut, of hooguit twee. Maar wanneer je niets dan eten gepland hebt op de dag en dat niet zo lekker valt, worden kleine dingen opeens belangrijk.

    De tijd waarop de dokter arriveert, verschilt nogal op de afdeling gynaecologie. Daar waar op nog geen 100 meter afstand baby’s worden geboren is niets te plannen, weet ik ondertussen.

    Daarnaast is het altijd een verassing welke dokter de kamer binnenstapt. En wanneer de ziekenhuiskamer je wereld wordt, je bed je paleis vormt en je niets anders als afleiding verzinnen kunt, vormt de binnenkomst van de dokter een hoogtepunt. Is de dokter vandaag mannelijk of vrouwelijk? Geïnteresseerd of allesbehalve? Expert op het gebied van hyperemesis gravidarum of niet?

    Vandaag wordt het bezoek van de dokter aangekondigd door de verpleegkundige met een veelbelovende knik. Ze noemt haar naam en kijkt erbij alsof dit betekent dat dit goed nieuws is. Ik ben benieuwd. De vrouw die binnenkomt is lang en slank en ze heeft kort blond haar. Volgens mij de derde gynaecologe op rij die aan deze uiterlijke kenmerken voldoet, overigens. Maar iets aan haar is anders.

    Ze blijft niet op een afstandje voor mijn bed staan turen, maar ze komt direct op de rand van mijn bed zitten. Ze stelt zich voor, wrijft over mijn been en vraagt hoe het gaat. Even heb ik geen onverschillige dokter tegenover me. Even voel ik me geen patiënt, maar mens.

    Ik vertel haar dat het niet zo goed gaat en ik ratel er op los. Mijn energielevel is schrikbarend. Ik kan niet meer naar het einde van de gang lopen. Na vijf minuten rechtop zitten ben ik bekaf. Ik voel me een bejaarde oma. En terwijl ik opkijk van mijn onsamenhangende gebrabbel zie ik dat ze luistert. Ze bemoedigt me en moedigt me aan om te gaan oefenen. Kleine stukjes. Kleine beetjes.

    Ze bagatelliseert niks. Ze ontkent niks. Ik ben een vrouw met hyperemesis gravidarum en dat wat ik heb bestaat. Niet alleen in mijn wereldje van 6 bij 10 meter hier in het ziekenhuis, maar ook in de wereld van de arts die mijn behandeld arts blijkt te zijn.

    2. Doen alsof

    Over twee weken ga ik naar Australië. Of in ieder geval, dat was het plan. Ik ben 12 weken zwanger en nog steeds zo ziek als een hond. Ondertussen vertellen ze me in het ziekenhuis dat het grote braakfestijn niet over is bij 12 weken, maar bij 14 weken. Wat er met die 12 weken deadline is gebeurd laat ik in het midden. Ik wil het niet weten.

    Ik doe aan wishful thinking, want hoewel ik mezelf nu keer op keer vertel dat ik het best nog twee weken langer volhoud geloof ik ondertussen echt niet meer dat het dan opeens verdwenen is. Maar ik moet een houvast. Een punt om naartoe te leven. En nog 28 weken wachten…. Dat is te lang. Veel te lang.

    Dus ik doe alsof, samen met de artsen en de verpleegkundigen. We spelen een spelletje en doen allemaal alsof het bijna over is. Ik lig weer in het ziekenhuis, maar over twee weken ga ik naar Australië. Ik krijg een sms van een kennis. Zij blijkt ook een pion in het grote spel. Ze zegt me dat ik vast uitzie naar de grote reis. Nog even volhouden.

    In mijn gedachten zie ik witte stranden. Voeten in het zand. Een overwinningsfoto op social media van mezelf, manlief en de aankondiging van onze kleine spruit. Want in Australië, als ik daar ooit kom, mag dan toch echt de vlag uit. Dan ben ik gezond.

    Back To Top